22 april 2003 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AF8878 Zaaknr: 01/01342
De vorming van een vervangingsreserve (met de invoering van de wet IB 2001 vervangen door de herinvesteringsreserve) voorkomt directe belastingheffing over bij verkoop van bedrijfsmiddelen behaalde winst. Voorwaarde voor toepassing van de vervangingsreserve is, dat de ondernemer een vervangingsvoornemen heeft en de reserve uiterlijk in het vierde jaar na het jaar van vorming afboekt op de aanschafprijs van een vervangende investering. De toepassingsmogelijkheden van de vervangingsreserve zijn verruimd in geval van overheidsingrijpen in de bedrijfsvoering, zoals bij een gedwongen bedrijfsverplaatsing. Die verruimde toepassing staat Hof Den Bosch toe in het geval van bestemmingswijziging van het gebied, waarin een agrarische onderneming wordt gedreven. Na inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan wordt de ondernemer dusdanig belemmerd in zijn bedrijfsvoering, dat er sprake is van indirect overheidsingrijpen. De boekwinst, die hij behaalde bij verkoop van zijn melkquotum mag worden afgeboekt op de investeringen in zijn campingbedrijven in Nederland en Polen en in zijn paardenpension, waarbij de vierjaarstermijn wordt verlengd. De verruimde toepassing bij overheidsingrijpen berustte onder de wet IB 1964 op een besluit van Financien; inmiddels is dat besluit in de wet opgenomen. De herinvesteringsreserve kent ruimere toepassingsmogelijkheden dan de vervangingsreserve, omdat in het merendeel van de gevallen niet de eis gesteld wordt, dat wordt geinvesteerd in een bedrijfsmiddel met dezelfde functie binnen de onderneming als het verkochte bedrijfsmiddel had. Wel is de herinvesteringstermijn met een jaar verkort.