Wijziging in uiteindelijk belang verhinderde verliesverrekening BV

14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN: AT8389, BK 908/03

Een BV paste in de aangifte vennootschapsbelasting voor het jaar 2001 verrekening van oude verliezen toe. De BV had haar activiteiten al eerder gestaakt. De inspecteur weigerde de verliescompensatie op grond van een wetsbepaling die het recht op verliesverrekening beperkt. Volgens die bepaling zijn verliezen niet verrekenbaar wanneer ten opzichte van het begin van het oudste jaar waarvan een verlies nog niet volledig verrekend is het uiteindelijke belang in een belastingplichtige in belangrijke mate is gewijzigd. Volgens Hof Leeuwarden moest voor de bepaling van het uiteindelijke belang gekeken worden naar de aandeelhouder die aan het eind van de vennootschappelijke keten aan de touwtjes trok en niet naar de moeder- of grootmoedermaatschappij.Het Hof stelde vast, dat het uiteindelijke belang in de BV in 1996 voor 62,5% en dus in belangrijke mate was gewijzigd. Toen de BV in 1993 haar onderneming staakte berustte het uiteindelijke belang voor in totaal 37,5 bij twee personen. In 1996 nam hun gezamenlijk belang toe tot 100%. De uitzondering op de beperking van de verliesverrekening die geldt voor iemand die in het oudste jaar meer dan 1/3 van het belang heeft deed zich niet voor. Daarmee was verrekening van oude verliezen niet mogelijk.