1 december 2006 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJNAZ3357, 40731
In een procedure over de aanslag inkomstenbelasting wilden de firmanten van een man-vrouwfirma de verdeling van de investeringsaftrek veranderen. Doel daarvan was indeling in tariefgroep 3 van één van beide firmanten. Het Hof volgde dit nader ingenomen standpunt. Een wijziging van de verdeling van de investeringsaftrek tussen twee firmanten is echter niet meer mogelijk als de aanslag van één van de firmanten over het desbetreffende jaar onherroepelijk vaststaat. De aanslag van de echtgenoot stond ten tijde van de procedure onherroepelijk vast. De Hoge Raad heeft daarom de uitspraak van het Hof vernietigd en de zaak verwezen naar Hof Amsterdam.