Wijziging wetsvoorstel fiscale behandeling VUT/prepensioen en invoering levensloopregeling

14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | AFP 2004-00969 M

Naar aanleiding van het met de Stichting van de Arbeid gesloten sociaal akkoord is een nota van wijziging ingediend bij het wetsvoorstel met betrekking tot VUT/prepensioen en de levensloopregeling. De levensloopregeling wordt financieel aantrekkelijker gemaakt. De werknemer die een tegoed uit zijn levensloopregeling opneemt, krijgt recht op de levensloopverlofkorting. Deze bedraagt € 183 per jaar waarin gestort is in de levensloopregeling. In plaats van 150% kan 210% van het jaarloon worden opgebouwd in de levensloopregeling. Daarmee kan 3 jaar verlof worden opgenomen met een uitkering van 70% van het loon. Aan werknemers met 40 deelnemingsjaren bij een pensioenfonds wordt de mogelijkheid geboden om een aanvullend pensioen op te bouwen, waardoor zij op 63-jarige leeftijd met pensioen kunnen gaan met een levenslang pensioen van 70% van het laatstverdiende loon. Door daarnaast gebruik te maken van de levensloopregeling kan een werknemer op 60-jarige leeftijd stoppen met werken. Voor nieuwe regelingen is de beoogde datum van inwerkingtreding van het wetsvoorstel 1 januari 2005. Bestaande regelingen moeten uiterlijk op 1 januari 2006 aan de nieuwe regelgeving zijn aangepast. Toegestaan wordt dat van een lagere AOW-inbouw of franchise kan worden uitgegaan, mits ook het opbouwpercentage per dienstjaar wordt aangepast. De volgende combinaties zijn toegestaan:• een franchise van € 10.400 met een opbouwpercentage in een eindloonregeling van 1,9%;• een franchise van € 10.400 met een opbouwpercentage in een middelloonregeling van 2,15%.• een franchise van € 9.400 met een opbouwpercentage in een eindloonregeling van 1,8%;• een franchise van € 9.400 met een opbouwpercentage in een middelloonregeling van 2,05%. De bestaande VUT- en prepensioenregelingen blijven gehandhaafd voor werknemers die op 1 januari 2005 55 jaar of ouder zijn. Voor werknemers, die op die datum ouder zijn dan 50 jaar maar jonger dan 55 jaar komt er een verruimde stortingsmogelijkheid in de levensloopregeling. Daarmee kunnen ook zij het maximale tegoed opbouwen.