Wijzigingen in regeling lijfrenten ten laste van stakingswinst of FOR

14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | besluit | CPP2004/633M

De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit uitgebracht over lijfrenten en stamrechten die door (vroegere) ondernemers kunnen worden bedongen. Het gaat om een samenvoeging van een aantal eerder uitgebrachte besluiten. In het algemeen is geen inhoudelijke wijziging beoogd ten opzichte van die besluiten. Deze zijn nu ingetrokken. Op een aantal punten bevat het besluit wel inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van de eerdere besluiten. Het gaat om de volgende punten:1. Directe (door)overdracht van de onderneming moet tegen uitreiking van uitsluitend gewone aandelen plaatsvinden. Uitreiking van een beperkt aantal cumulatief preferente aandelen is toegestaan. De creditering ter afronding mag maximaal 1% bedragen en niet meer dan € 4.500. 2. De lijfrenteverplichting mag worden overgedragen als de gehele onderneming wordt overgedragen. Daarbij mag de lijfrentevorm worden gewijzigd in een andere toegestane vorm.3. Aftrek van lijfrentepremie is niet mogelijk als de lijfrente wordt bedongen van de holding van de overnemende BV. 4. Ontheffing van de sanctiebepaling als de overdracht plaatsvindt in het kader van de overdracht van de onderneming van de overnemende BV geldt alleen als de gehele onderneming van deze BV wordt overgedragen inclusief de lijfrenteverplichting. Een enkel vermogensbestanddeel dat geen functie meer vervult in de onderneming hoeft niet mee over te gaan.5. Er bestaat de mogelijkheid van termijnverlenging voor het bedingen van lijfrenten voor zover ze betrekking hebben op de oudedagsreserve en de stakingswinst. Er geldt eveneens een goedkeuring voor lijfrenten ten laste van de stakingswinst in geval van correctie, beperkt tot het bedrag van de correctie. Deze geldt ook indien lijfrenten door erfgenamen van de overleden ondernemer worden bedongen. 6. Erfgenamen van een overleden ondernemer kunnen uitsluitend de zogenoemde nabestaandenlijfrente bedingen7. Een belastingplichtige kan bij het bedingen van een lijfrente kiezen of hij een deel van de jaarruimte/reserveringsruimte dan wel een deel van de ruimte die de FOR of de stakingswinst hem biedt onbenut laat. De verdeling kan worden gewijzigd tot het moment waarop de keuze voor een verdeling heeft geleid tot onherroepelijke fiscale gevolgen in enig belastingjaar.8. Voor zover nodig keurt de staatssecretaris goed dat in het jaar van staking van een onderneming een lijfrente ten laste van de FOR kan worden bedongen, onder de voorwaarde dat dit bedrag buiten beschouwing blijft voor de aftrek van de lijfrentepremie ten laste van de stakingswinst.9. De staatssecretaris keurt onder voorwaarden en op verzoek goed dat een omzetting van een lijfrente die is bedongen onder het regime van na 1 januari 1992 tot 1 januari 2001 fiscaal geruisloos kan plaatsvinden. 10. De voorwaarden voor de overdracht van een stamrecht aan een andere verzekeraar zijn gewijzigd. 11. De staatssecretaris keurt goed dat een stamrecht, dat destijds onder toepassing van inmiddels vervallen regelingen is bedongen, fiscaal geruisloos wordt omgezet in een onder de wet IB 2001 toegestane lijfrente. Dat kan alleen als de omzetting van een ten laste van de FOR of de stakingswinst bedongen lijfrente ook geruisloos zou kunnen plaatsvinden. De omzetting van een ingegane levenslange nabestaandenlijfrente in een uitgestelde oudedagslijfrente is niet toegestaan. 12. De staatssecretaris keurt onder voorwaarden goed dat splitsing van een stamrecht fiscaal geruisloos kan plaatsvinden in geval van (echt)scheiding.