Woonhuis ondernemer is privevermogen ondanks gebruik kamertje als kantoor

14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AO7293 Zaaknr: BK-03/01415

Per 1 januari 1998 zette een ondernemer het bedrijf, dat hij tot diens overlijden met zijn vader dreef, voort in een nieuwe firma met zijn echtgenote. De werkplaats van het bedrijf was aan zijn woning gebouwd. Zowel de woning als de werkplaats was eigendom van de ondernemer en zijn echtgenote. De woning en de werkplaats waren met elkaar verbonden door een tussendeur, maar vormden technisch en juridisch afzonderlijke delen van de opstal. Een kamertje in de woning werd zowel als kantoorruimte als voor privé doeleinden gebruikt.Op de openingsbalans van de firma en in de aangiften inkomstenbelasting 1998 en 1999 zijn de woning en de werkplaats als bedrijfsvermogen opgenomen. Een verzoek aan de belastingdienst om de vermogensetikettering van de woning met terugwerkende kracht tot 1 januari 1998 te herzien werd door de inspecteur afgewezen. In de aangifte inkomstenbelasting 2000 nam de ondernemer de woning als privé-vermogen op. De inspecteur bracht een correctie aan. Voor Hof is in geschil of het feit dat een kamer in de woning ook als kantoorruimte in gebruik is maakt dat de woning geen verplicht privé-vermogen is maar keuzevermogen.De woning is destijds gekocht met geen andere bedoeling dan als woonhuis te dienen voor de ondernemer en zijn gezin. De woning is steeds in overeenstemming met die bestemming gebruikt. Naar het oordeel van het Hof is de woning steeds verplicht privé-vermogen geweest, ondanks het gebruik van een kamer in de woning als kantoor. Die kamer was zowel absoluut als relatief klein en werd ook voor privé-doeleinden gebruikt.