Woonplaats van in Denemarken werkende Nederlander lag in Nederland: hier premieplichtig

14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AH8903 Zaaknr: 02/03356

In een procedure over de aanslagen inkomstenbelasting 1996 en 1997 is de woonplaats van de belastingplichtige onder de werking van het verdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing met Denemarken in geschil. De belastingplichtige heeft de Nederlandse nationaliteit en heeft een woning in Nederland, waar zijn echtgenote en een van zijn kinderen wonen. In 1996 en 1997 heeft hij werkzaamheden in loondienst voor een Deens bedrijf verricht. Gedurende die periode huurde hij een woning in Denemarken. Daarnaast verrichtte hij werkzaamheden in Nederland, zowel in loondienst als niet in loondienst. Volgens het Hof is sprake van een dubbele woonplaats. Voor toepassing van het verdrag woont de belastingplichtige dan in Nederland, omdat hij over de Nederlandse nationaliteit beschikt. De inspecteur heeft hem terecht als binnenlands belastingplichtig aangemerkt. Voor de bepaling van het recht op aftrek van kosten van een werkkamer moeten alle inkomsten uit arbeid worden meegenomen, dus ook de Deense inkomsten. Het Hof stelt vast, dat de belastingplichtige niet voldoet aan de voorwaarden voor aftrek, omdat een te groot gedeelte van het inkomen niet in of vanuit de studeerkamer wordt verdiend. De reiskosten, die de belastingplichtige heeft gemaakt omdat hij zowel in Nederland als in Denemarken werkzaamheden verrichtte worden toegerekend aan zijn Deense inkomsten omdat zijn woonplaats in Nederland is. De inspecteur heeft naar het oordeel van het Hof de aanslagen niet te hoog vastgesteld. Op grond van EG verordening 1408/71 valt de belastingplichtige onder de Nederlandse volksverzekeringen. Dat betekent, dat hij terecht in de premieheffing is betrokken.