WOZ-waarde verlaagd wegens te grote verschillen met referentiepanden

14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AM2585 Zaaknr: BK 1961/02 WOZ

In een procedure over de waarde van een onroerende zaak voor de WOZ moet de gemeente bewijzen, dat de vastgestelde waarde niet te hoog is. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van referentieobjecten. In een procedure voor Hof Leeuwarden betrof het de waarde van een woonboerderij. De eigenaar daarvan was van mening, dat de in het taxatieverslag van de gemeente genoemde referentieobjecten niet vergelijkbaar waren met zijn woning door verschillen in bouwwijze, omvang en ligging. Het hof was het met die stelling eens. De waarde van de boerderij was per peildatum voor de WOZ al inzet geweest van een discussie met de belastingdienst, omdat de boerderij door de BV van de eigenaar aan hem was overgedragen. Naar het oordeel van het Hof had de belastingdienst bij die overdracht de waarde in het economische verkeer als uitgangspunt genomen. De WOZ-waarde werd op dat bedrag vastgesteld.