14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AI0342 Zaaknr: 02/03284
De wet op de loonbelasting bevat een bepaling, die het mogelijk maakt een computer belastingvrij te verstrekken aan werknemers of aan werknemers een belastingvrije vergoeding te geven voor een computer. Voorwaarden zijn, dat de computer ook zakelijk wordt gebruikt en het bedrag niet meer is dan € 2.269 over een periode van drie kalenderjaren. De PC-privéregelingen zijn op deze bepaling gebaseerd. Aan Hof Den Haag werd onlangs de vraag voorgelegd wat de fiscale consequenties zijn van een PC-privéregeling bij tussentijdse beëindiging van de dienstbetrekking. De regeling ging uit van 36 maandelijkse betalingen, die ten laste van het brutoloon werden gebracht. Op die manier is brutoloon omgezet in een netto PC-verstrekking. De eigendom van de PC ging over na betaling van de laatste termijn. Bij het einde van de dienstbetrekking moesten de resterende termijnen ineens worden betaald ten laste van het netto inkomen. De werkneemster wilde die betaling als negatief loon in mindering op haar inkomen gebracht zien. In navolging van de inspecteur stond het Hof dat niet toe. Volgens het Hof was de betaling van de resterende termijnen de aflossing van een schuld aan de werkgever, waartegenover de levering van een PC stond. Het Hof verwierp de stelling van de werkneemster, dat uitsluitend bij de aanvang van de PC-regeling moet worden beoordeeld of de PC zakelijk gebruikt wordt. Gelet op de aard van de regeling moet dat naar het oordeel van het Hof ook bij het einde van de dienstbetrekking gebeuren als op dat moment de PC-regeling nog lopend is.