14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AI0459 Zaaknr: 00/01633
Om in aanmerking te komen voor zelfstandigenaftrek moet een ondernemer voldoen aan het urencriterium. Dat houdt in, dat tenminste 1.225 uur en de helft van de arbeidstijd aan de onderneming wordt besteed. Dat aan het criterium wordt voldaan kan worden aangetoond met een urenregistratie. In een procedure voor Hof Den Bosch was het hof van oordeel, dat de onderneemster niet had aangetoond dat ze tenminste 1.225 uur had gewerkt. De belastingdienst had haar administrateur er in 1996 op gewezen, dat zij vanaf 1997 een urenregistratie moest bijhouden. De onderneemster had wel een overzicht verstrekt van gewerkte uren, maar met name de vele indirecte uren had zij niet gespecificeerd naar aard en invulling. Op grond daarvan vond het Hof niet aannemelijk dat ze de vereiste uren aan de onderneming had besteed. Verder overwoog het Hof, dat het toekennen van zelfstandigenaftrek in 1995 en 1996 niet kon leiden tot het vertrouwen, dat in 1997 recht op zelfstandigenaftrek bestond. Volgens het Hof mocht de inspecteur navorderen, omdat de onderneemster hem de juiste gegevens voor de aanslag niet had verstrekt door geen urenadministratie bij te houden.