14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AO0047 Zaaknr: 02/04380
Een in Duitsland gevestigde vennootschap heeft in 1993 de volledige eigendom van een in Nederland gelegen perceel grond met daarop een hotel verkregen. Van een andere vennootschap nam zij op gelijke datum de rechten en verplichtingen over die betrekking hadden op de bouw en de verhuur van het hotel. Van het hotel verkreeg de vennootschap de economische eigendom. In de periode tot 1996 verhuurde de vennootschap het hotel. Zij had geen personeel. De (af)bouw en het onderhoud van het hotel was uitbesteed aan derden. Eind 1996 heeft de vennootschap het hotel met het bijbehorende perceel grond verkocht. Daarbij werd een vervreemdingswinst behaald van ƒ 1.735.868,=. In geschil is of deze winst in Nederland belast kon worden. Volgens het Hof was dat niet het geval. Er was geen sprake van een binnenlandse onderneming omdat de vereiste duurzaamheid ontbrak. De vennootschap heeft geen ander activiteiten dan de aankoop, de (passieve) verhuur en de verkoop van het hotel verricht. Na de verkoop van het hotel is de vennootschap geliquideerd. De vennootschap was niet stelselmatig betrokken bij vergelijkbare transacties. Inmiddels is de wet op de vennootschapsbelasting in die zin aangepast, dat rechten die betrekking hebben op in Nederland gelegen onroerende zaken worden gerekend tot een Nederlandse onderneming.